Jesse Segers en Koen Marichal schrijven elkaar een maandelijks een brief die gepubliceerd wordt in het Tijdschrift voor Coaching. De vorige brief van Jesse van april vind je hier.
Beste Jesse,
ik las je brief op de trein van Antwerpen naar Leuven, ergens in de paasvakantie. Achter mij schoven de deuren open, en een treinbegeleider liet vrolijk horen: "Goeiemorgen allemaal beste mensen. Ik ben blij jullie te zien. Ik dacht, het is vakantie, er zal weinig volk zijn. Maar kijk, zoveel mensen hier samen op deze mooie ochtend." Vrolijk, opgewekt controleerde hij de treintickets. "Goeiemorgen, hoe gaat het met jullie? Alles goed?" "Ha, where are you from?" "From Syria." "Welcome in Belgium!" Mensen keken op van hun smartphone, glimlachten. Bij de volgende treinhalte hoorde ik hem roepen: "Allez, hier, kom maar." Een jonge kerel stapte gehaast op. "Voila. Goed gedaan. Welkom in de trein." Hij zag dat ik naar hem keek en hij knikte: "Ah ja, we laten toch niemand achter he!" Ik lachte terug. Later op het perron van Leuven, zag ik hem in gesprek met een collega die naar een andere collega lachend riep: "Hij wordt 80 vandaag!" Hilariteit.
Die man kleurde de rest van mijn dag. Een anomalie in het landschap van toenemende onverdraagzaamheid waarover ik lees in de media en hoor in verhalen van leiders van scholen, overheidsdiensten. De maatschappelijke onrust stijgt en het zijn de eerstelijnswerkers die het aan de lijve ondervinden. En dan zo’n man die op zijn eentje ontspanning, mildheid brengt. "Hoe doet hij dat en hoe houdt hij dat vol?", vroeg ik me af. Zijn leeftijd ver in de vijfig. Vermoedelijk heel wat tegenslag meegemaakt. Zo voelde het. Gelouterd door ervaringen tot een soort essentie gekomen. Met een nieuw verworven onschuld en vanzelfsprekendheid. En dus voor velen onbegrijpelijk, niet te vatten. Ik proefde in de houding van zijn collega’s zowel oprecht graag zien als mededogen, medelijden.
Walk in like you mean it
Het is gemakkelijk schrijven over liefde als de bron van leiderschap. En af en toe maak je het dan mee, zie je het in actie. Het zou een nieuwe aflevering kunnen zijn in onze podcastreeks Leiderschap is overal. Een aflevering over treinbegeleiders en hoe zij vanuit een leidersrol als ‘bewaker’, ‘controleur’ omgaan met relationele en emotionele dynamiek op de trein. En hoe dat kan met oprechtheid en trots. Hij is trouwens niet de enige treinbegeleider die me recent aan het lachen bracht. Een andere maakte van zijn aankondigingen via intercom een soort stand up comedy: "En je weet, voetjes waar ze horen. Niet op de bank. Dat doe je thuis toch niet? Maar ja, thuis heb je natuurlijk geen trein, dat snap ik dan ook wel." En zo ging het een tijdje door. Twee anomaliëen op korte tijd, misschien is het een trend. Of gewoon die typisch Belgische surrealistische humor, een manier van omgaan met moeilijke situaties. Dan zijn we terug bij het absurdisme dat als een rode draad door onze brieven loopt.
Leiders navigeren in en beïnvloeden relationele dynamieken die zich afspelen op verschillende niveaus. Je beschrijft het heerlijk helder in je brief. Het is een van de vaakst terugkerende inzichten die deelnemers verwerven in onze leiderschapsprogramma’s: "Ah oké, leiderschap is emotioneel hard werk en het stopt nooit." Ze verliezen de illusie dat leiderschap betekent dat ‘alles onder controle is’, ‘alles loopt zoals het hoort’, ‘alle resultaten behaald worden’. En dat zij alleen verantwoordelijk zijn voor leiderschapswerk. Dat leiderschap overal is. Vaak vinden ze daar troost in. De druk van volledigheid, perfectie mildert. En vanuit die mildheid wordt leiderschap als zorg dragen voor het menselijke weer mogelijk. Met iets meer overtuiging, zoals in de boodschap ‘Walk in like you mean it’ bij de ingang van het beeldenparkmuseum Middelheim in Antwerpen.
De binnenkant van leiderschap
Het valt me op hoe die ‘binnenkant’ van leiderschap terug op de voorgrond komt, na in de jaren 80 verdrongen te zijn geweest door cognitief en gedragsmatig ingevulde competentiemodellen. Leiderschap wordt weer een morele en persoonlijke kwestie. In een recent nummer van MIT Sloan Management Review stond een heel artikel over ‘deugden’ in leiderschap. En McKinsey benoemt in een blogpost New leadership for a new area of thriving organisations vijf mindsets: possibility, abundance, partnership, discovery, authenticity. In de verschillende leiderschapsvisie-oefeningen die ik begeleid stel ik hetzelfde vast. Leiders zijn ambassadeurs van het collectieve belang, doen aan zelfreflectie, maken keuzes. Die visie-oefeningen nemen gemakkelijk de vorm aan van ‘een gedragscode’, ‘standaarden’ of een ‘kompas’. Het zijn minder de rationele, dwingende competentiemodellen zoals we ze vroeger gekend hebben, maar een ‘houvast’ en een ‘spiegel’ in woelige tijden.
De kritiek op deze evolutie is dat leidinggevenden naast prestatie- nu ook morele dwang ondergaan en nog meer onder druk komen te staan. Onder meer de cases van destructief leiderschap waar de media zo van smult, dragen daartoe bij. Leiders moeten niet alleen resultaten halen, verandering leiden, zorg dragen voor hun mensen, maar dat dan ook nog doen op een moreel verantwoorde manier: empathisch, positief ingesteld, duurzaam… Die extra druk zorgt dan voor een tegengesteld effect: nog minder de ervaring van keuzevrijheid. Het leiderschapskompas als een extra onderdrukkingsmiddel. Dat is een reëel gevaar. Of ben ik nu te cynisch? In ieder geval benadruk ik in de ontwikkeling van zo’n instrument dat het gebruik ervan deugd moet doen voor de leidinggevenden, bevrijdend moet werken, niet extra belastend. Krachtige leiders snappen dat. Ze zoeken de ervaring van vrijheid, dynamiek, energie, niet de dwang of controle. Ze blijven ver van perfecte stukjes tekst en bureaucratische controle over zaken die hart en ziel moeten beroeren.
Leiden met stijl
Wat een story toch over die business school ‘no whiners, but winners’, ‘the will to win’, ‘always show time’, ‘results matter the most’. Ben je in discussie gegaan? Heb je de ballon doorprikt? Wellicht niet. Ik stel me zo voor dat je er meer met een antropologische houding van ‘how interesting’ zat. Dat is wat ik sterk waardeer in jouw leiderschap, dat je niet uit verbinding gaat, dat je begrijpt dat alles zijn context en relatieve waarheid heeft. En in bepaalde contexten is ‘forceful’ leiderschap de norm en werkt het goed. Ik ervaar het zelf in een bedrijf waar ik mee werk en dat voor mijn part ‘champions league level performance’ haalt. Met forceful leiderschap vanuit de top: zeer uitdagende doelstellingen en dwingende processen en systemen, ook als het gaat over waarden en gedrag. Geen ruimte voor improvisatie.
En het contra-intuïtieve is, ik ervaar de sfeer er als menselijk. Weinig egodominant gedrag. Weinig politiek gedoe in de operationele units. Alles is zo complex dat iedereen de ‘messyness’ aanvaardt, collegiaal blijft en excellentie nastreeft voor de eigen opdracht. Daar hoort ook ‘hulp vragen’ en ‘fouten maken’ bij. Wat niet kan is ‘keeping up appearances’; verschuilen, verstoppen, doen alsof. Er is ook veel dynamiek: continue herinrichting van de organisatie, hoge interne mobiliteit. Een levend systeem dus met een dwingende hiërarchie. Het kan, het werkt. Het is intens werken en vraagt emotionele maturiteit. Mijn bijdrage is dan vooral ervoor zorgen dat de leidinggevenden ontdekken dat af en toe reflecteren en in gesprek gaan over leiderschap dat nodig is, deugd doet, het gevoel van integriteit en innerlijke vrijheid voedt. Hun maturiteit als mens ook zien, benoemen en waarderen. Dat is dan weer behulpzaam voor hen om, net als die conducteur, verantwoordelijkheid iets meer ontspannen en met meer persoonlijke flair op te nemen. Leren leiden met stijl. Dat heeft dan ook weer te maken met schoonheid natuurlijk. De schoonheid van de imperfectie. Maar nu maak ik wel heel grote gedachtensprongen.
Tot de volgende!
Koen