Jesse Segers en Koen Marichal schrijven elkaar een maandelijks een brief die gepubliceerd wordt in het Tijdschrift voor Coaching. De vorige brief van Jesse vind je hier.

Dag Jesse
Wat heb ik genoten van jouw vorige brief. Inhoudelijk sterk én geschreven met een soort lichtvoetigheid passend bij Bugs Bunny, die je op het einde van jouw brief opvoert als nieuwsgierige speelvogel. Zijn ‘what’s up, Doc’ deed me onmiddellijk terugdenken aan mijn vroegere HR-directeur Pierre, die iedereen begroette met een hartelijke ‘what’s up?’
Een heel andere vraag dan ‘hoe gaat het?’ Een vraag die meer peilt naar informatie en gebeurtenissen dan naar gevoelens, ervaringen. Het is – toeval of niet – ook de eerste stap in het ons vertrouwde ‘what, so what, now what?’ reflectiemodel.
Pierre leidde als mid dertiger een ingrijpend reorganisatieproject. Helder waardengedreven. ‘Be one’ was zijn boodschap. Sterk georganiseerd met behulp van taakgerichte consultants. Regelmatige en consistente communicatie. En veel menselijkheid. Zijn telefoontje naar mij, toen ik in een oriënteringsgesprek kritisch was over het project, zal ik nooit vergeten. ‘What’s up, Koen?’ Hij vroeg uitleg, toonde begrip én bevestigde dat zijn streven was om voor iedereen goede uitkomsten te zoeken. Het was balsem op mijn gehavend zelfbeeld.
Je haalt het zelf aan in jouw brief: het verschil zit hem in de kleine dingen. Een soortgelijke ervaring heb ik ooit met jou meegemaakt. Ik zat in een relatiecrisis, ik voelde me emotioneel uitgeput en ik belde jou twee dagen voor een belangrijke keynote met de boodschap dat het me niet ging lukken. Je zei zonder aarzelen: ‘Geen probleem Koen, zorg eerst voor jezelf.’ Je loste in een oogwenk mijn worsteling op, bracht orde in mijn prioriteiten. Het zorgde voor een diep vertrouwen in jou als mens.
‘What’s up, met mij dan?’
Twee ervaringen. “You have your hands in water, I have my hands in fire,” zei Tareq tegen mij in een emotioneel oplopend gesprek. Hij maakt deel uit van een volk dat bezet, onderdrukt, misschien gedecimeerd wordt. Hij volgt het live op zijn groot scherm in de kamer die hij in mijn huis bewoont. Dag in dag uit. Met zijn uitspraak maakte hij mij duidelijk dat we in totaal verschillende realiteiten leven. Er is geen gesprek meer mogelijk, zo voelt het, enkel nog een beetje doen alsof, als een vage herinnering aan de vroegere drive om deel uit te willen maken van een betere wereld dan waar hij vandaan komt. Nu vindt hij die wereld niet beter meer.
Ik koppelde zijn uitspraak onmiddellijk aan het indringende interview met Sinan Çankaya over zijn boek ‘Galmende geschiedenissen’. ‘Mijn breuk met Europa en het Westen is definitief,’ zegt hij. Hij schrijft over het morele faillissement van Europa en dat wij, ‘de witten’, nog geen flauw besef hebben van de aangedane schade, het totale afhaken van deze bevolkingsgroep in onze samenleving. Het zou kunnen. Parallelle leefwerelden in dezelfde buurt.
Ten tweede. Ik was onlangs in een nieuw gebouwd ziekenhuis. Je kan het aan de foto zien. Duurzaam, hoog technologisch, professioneel. Bijna geen mensen te zien. Aangenaam en rustig. Een ‘smooth space’. De ‘science’ lijkt op zo’n moment geen ‘fiction’ meer. Over artificiële intelligentie en haar verleidingskracht dan nog niet gesproken. Mijn zoon klaarde een klus voor een bedrijf om technische documentatie op te maken, te vertalen en te verspreiden in minder dan een week. Met behulp van AI die voor hem een toepassing codeerde. Ontnuchterend voor de specialisten in het bedrijf die hier tot nu hun loon mee verdienden.
Deze ervaringen houden me bezig de laatste maanden. Aan de ene kant de regressie van een wereldorde-idee van collectieve vooruitgang, en de toename van helse plekken op aarde. In eigen land de berichtgeving over overbevolkte gevangenissen, overbevraagde jeugdzorg, totaal ontoereikend aanbod aan sociale huisvesting... Aan de andere kant even goed de toename van ‘smooth spaces’, plekken zonder fricties, waarin het goed werken en leven is en alles onder controle is. Parallelle werelden in dezelfde buurt… Geraken ze nog terug bij elkaar?
En wat is dan leiderschap?
Ik was onlangs in Berlijn, in de vorige eeuw eerst machtscentrum van twee wereldoorlogen, daarna brandpunt van de koude oorlog en tenslotte, met de val van de muur, een katalysator van vrijhandel en democratie voor heel de wereld. Ik las er in de biografie van Merkel, een van de meest prototypische leiders van en in de wereld na ‘het einde van het communisme’.
Het boek is een feitelijke beschrijving van haar niet aflatende zoektocht naar het creatieve compromis voor belangenconflicten. Een bijzonder stuk in haar boek is de alfabetische opsomming van de terugkerende bijeenkomsten gedurende haar bondskanselierschap. Met de A van ‘achtergrondgesprekken met journalisten’ tot de W van het ‘World Economic Forum’. 5860 dagen lang hield ze de machinerie draaiend, eerst in Duitsland en gaandeweg meer en meer geopolitiek.
Vrijheid noemt het boek. Ze hield de machinerie draaiend vanuit een onwankelbaar geloof in de menselijke waarde van iedereen. ‘Ware vrijheid is echter niet alleen uit op eigen voordeel. Vrijheid kent remmingen en scrupules. Ware vrijheid is niet alleen de vrijheid vàn iets – van dictatuur en onrecht -, maar blijkt uit de verantwoordelijkheid vòòr iets, voor de samenleving, voor onze gemeenschap… Vrijheid kan er niet alleen zijn voor een enkeling, vrijheid moet gelden voor iedereen. Dat lukt als we samenwerken.’ (p. 671)
So what?
In jouw brief schrijf je dat je als ondernemer de hitte van de bottom line voelt, en dat het daarom moeilijker is om mensgericht te leiden en dat de verleiding om te bezitten, te sturen, controle te nemen groot is. Ten tweede schrijf je dat mensgericht leiderschap veeleisend is voor volgers, dat het moed vraagt om tegenstrijdigheden te verdragen.
Jouw observaties gaan over leiderschap zoals het is. Hands in the fire. Of het nu als ondernemer is, als vluchteling zonder papieren in een vijandige omgeving, als cipier in een overbevolkte gevangenis, als opvoeder in een onderbezette leefgroep of als juf van een klas met een kind met zware gedragsstoornissen dat nergens terecht kan.
Blijven samenwerken
What’s up, Jesse?
Koen